Polderlopen buiten de polder
Polderlopen blijkt ook na 138 tochten vernieuwend. Voor het eerst in de geschiedenis liepen de polderlopers een poldertocht buiten de polder. Tijdens de Tour de Polder (2017-2019) kwam het wel vaker voor dat de wandelaars buiten Flevoland liepen. Dan werd er een polder in een van de twaalf provincies opgezocht. Maar het slotstuk vond altijd plaats tussen Lelystad en het Observatorium. Dit keer zagen zelfs de drie grootste volhouders af van deze apotheose. Na hun wandeling in het Brabantse land legden zij, bij terugkomst in Lelystad, de laatste tien kilometer af in de luxe wagen van polderlooppionier Metz.
Zeiknat
Zo heel nu en dan komt het voor dat polderlopers zich van tevoren afvragen waarom ze ieder seizoen polderlopen. Dat heeft soms te maken met ziekte maar ook wel eens met het weer. Dit keer was dat laatste het geval. Nadat de herfst van 2023 de boeken inging als “natste seizoen ooit gemeten door de KNMI” was het op de laatste herfstdag wederom zeiknat. “In de tien meter die ik van mijn voordeur naar mijn auto moest lopen, werd ik al kletsnet.” Polderlooppionier Metz moest in gezwinde pas heen en weer met kratten hout en bier, slaapmatje, klompen en tent. Eenmaal in de auto op weg naar het Observatorium gingen de ruitenwissers in de maximale stand.
Bij de bushalte zag Metz het silhouet van één polderloper. Voorover gebogen tegen wind en regen en met een hand aan zijn capuchon zwoegde polderpensionado Gerritsen zich een weg naar het bushokje. Metz besloot de polderplanning rigoreus te wijzigen. Met zijn wagen reed hij Gerritsen naar het station van Lelystad. Vanaf daar ging het per trein naar Vught, de startplaats van deze poldertocht.
Dommel
In het kader van “op huisbezoek bij de polderlopers” waren de wandelaars dit keer te gast bij polderplaatjesmaker Cantrijn. Graag wilde hij de polderlopers rondleiden in de omgeving van zijn nieuwe woning in Boxtel. En, het moet gezegd, tussen Vught en Boxtel was het alleraardigst wandelen langs de oevers van de Dommel. Gehuld in regenpakken en gewapend met parapluies doorstonden de polderlopers het druilerige weer in Brabant. Halverwege werd er in Sint Michielsgestel gedronken met een zachte G en konden de wandelaars even opdrogen. Het enthousiasme van Cantrijn vergoedde alles en stemde de polderlopers mild in hun oordeel over Brabant.
Casa Cantrijn
Dankzij de spreekwoordelijke gastvrijheid van de Brabander waren de polderlopers hun klamme broeken en natte haren snel vergeten. Aan tafel bij Cantrijn zorgden de tripels snel voor de gebruikelijke sterke verhalen. Ondertussen verzorgde de gastheer een uitstekende nummer 88. De afhaalchinees in Boxtel zorgde voor een perfecte afsluiting van deze originele poldertocht. Gastheer Cantrijn bracht de wandelaars in de zeikende regen opgewekt terug naar station Boxtel. Net als bij zijn debuut (zomer 2016) maakte Cantrijn ook dit keer weer veel indruk op de polderlopers met zijn outfit. Niks geen regenjas of parapluie. Een spijkerbroek en windjack is het enige dat hij draagt. In weer en wind.
Afscheid
Terug in Lelystad namen de overblijvers nog een afzakkertje in café Le Journal. Dit etablissement sluit zijn deuren en de polderlopers moeten maar weer afwachten in hoeverre de nieuwe uitbater ook op het late uur de deur opent voor enkele natgeregende polderlopers. Polderloper Smits kwam nog even langs om te vertellen over zijn vele wandeltochten. De uitgebluste polderlopers hoefden dan ook niets anders te doen dan te drinken en te luisteren naar de verhalen van deze kwieke en kordate polderloper.
Polderlooppionier Metz stelde vervolgens voor om de tien kilometer naar het Observatorium dit keer niet lopend af te leggen maar in zijn luxe wagen. Polderplanner Vellinga hoefde hier geen moment over na te denken. “Die donkere kilometers voegen niets toe aan wat we al kennen.” Polderpensionado Gerritsen stribbelde uit beleefdheid tegen maar was maar al te blij toen hij eenmaal in de goed verwarmde bolide van Metz plaatsnam.
Polderplassen
Polderpensionado Gerritsen sloeg alle polderpilsjes vastberaden af. Hij had geen zin om zijn nachtrust te onderbreken voor diverse plasbeurten. Metz en Vellinga wilden op dit punt geen consessies doen. “Het blijft een van de hoogtepunten van een poldertocht, dat buiten plassen.” Metz vertelt erover met een bijna gelukzalige glimlach. “Je ligt eerst wat te draaien in je slaapzak. Die koude plens bier in je maag en de druk op de blaas houden je wakker. Dan komt toch dat moment dat je het niet meer uit kunt stellen. Buiten hoor je de regen tikken op het tentdoek en met veel beleid werk ik me dan uit de slaapzak. Ik probeer mijn tentgenoot Vellinga zo min mogelijk te storen en kruip naar buiten. Op handen en knieën schuifel ik een paar meter door het hoge natte en koude gras. En dan, op een paar meter buiten de ring, komt het gelukzalige moment van het polderplassen. Omhoog starend naar de hemel, dit keer zelfs met sterren, luister ik naar het geklater. Opgelucht keer ik terug naar de tent met het heerlijke vooruitzicht om in mijn nog warme slaapzak te kruipen. Nog even voel ik mijn natte voeten maar al snel val ik dan weer tevreden in slaap.”
Polderpensionado Gerritsen moest bij de zonsopkomst met pijn in zijn hart toegeven dat zijn geheelonthouding van de vorige avond geen enkel succes had. “Ik ben er wel drie keer uit geweest!” mopperde hij teleurgesteld.
droge Min
Ofschoon het de vorige dag flink had geregend, bleef het bij de zonsopkomst dit keer even droog. Koffieman Vellinga was dan ook samen met de drie polderlopers getuige van een droge min. De rest van de eerste dag van de winter, en trouwens ook de rest van het kalenderjaar, bleef het dagelijks regenen.
Polderlopers
Statistieken
Route: (18 km) Station Vught, Brasserie Thuys Sint Michielsgestel, Casa Cantrijn (Strodekker), station Boxtel
- Koffieman: Theun Vellinga
- Temperatuur: 5 C
- Wind: NW5
- Zonsopkomst: min