Halverwege de Lisdoddeweg keek polderplanner Metz tevreden om zich heen. Het schijnsel van de afnemende maan scheen door de wolken en zorgde voor schaduwen op de lange en smalle asfaltweg. Links en rechts donkere akkers met de silhouetten van boerderijen op regelmatige afstand van elkaar. Als drooggevallen schepen op het wad.
Polderlopers staan niet bekend als fijnproevers. Een bal gehakt, een plate schnittzel maar nog liever een oud-Hollandsche Chinees gaan er wel in ter voorbereiding op een stevige wandeling. Zeker toen zanger Gordon vlak voor de winter van 2013 de Chinezen op de hak nam met zijn opmerking ‘nummel vielendeltig met lijst?’ vonden de polderlopers dat ze het op moesten nemen voor de Chinezen. Vandaar de keuze voor de Chinees die bij de polderlopers de slechtste reputatie had: Hai Li op Urk. Reeds verschillende keren hadden de polderlopers hier, zelfs voor polderloop-begrippen, matig tot slecht gegeten. Hier viel dus, volgens de logica van polderloper Metz, de meeste winst te behalen. ‘Veel slechter kon het toch niet worden.’
De wintertocht van 2014 deed zijn naam geen eer aan. De temperatuur was met 11 graden boven nul bijna nazomers warm. gelukkig maakte de keiharde wind de wandeling tot iets meer dan een zondags namiddag-tochtje. Er stonden maar liefst twee debutanten bij de start. Jan Ensing, ook al debuterend als wandelgidsauteur bij uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig, en Dennis Goddijn. De laatste is de zoon van Peter Goddijn die samen met polderpoëet Hardeman ook weer van de partij was. Na zoon Martijn liet hij nu dus zoon Dennis debuteren. En hij heeft nog een derde zoon dus dat belooft wat voor de toekomst. Polderloper Pollmann tenslotte kon worden gezien als ‘herintreder’ nadat hij in de zomer van 2010 voor het laatst had meegedaan. Als een echt groentje had hij zichzelf de dag voor de tocht nieuwe wandelschoenen aangeschaft.
Toen polderlooppionier Metz polderloper Steenaart uitnodigde om poldertocht 140 te plannen, kon hij niet bevroeden dat de goedmoedige polderapostel deze kans aangreep om de polderlopers ouderwets over de kling te jagen. Zijn zomerarrangement tikte de veertig kilometer aan en stuurde de wandelaars over lange rechte wegen. Een poldertocht zoals die ooit ook bedoeld was. Niks geen kronkelige graspaadjes langs groene dreven, prologen elders in het land of tussentijdse transfers per trein. Keiharde kilometers over klinkers en asfalt over de bodem van de voormalige Zuiderzee.
Het was even slikken voor Metz en Vellinga. Ze hadden zich verheugd op een klassieke nummer 88 in restaurant Chopstick in het Utrechtse Eemnes. Helaas bleek dit etablissement al sinds 16 juli haar deuren te hebben gesloten. Onze liefhebbers van Chinees eten stonden voor een dichte deur in een verlaten leegstaande jaren tachtig winkelgalerij. Nochtans niet getreurd want de mannen hadden aan de Wakkere Dijk een minstens net zo authentiek café gezien. Een café waar Utrechtse boeren luidruchtig en rokend en drinkend het weekend aan het begroeten waren. Het was in deze omgeving dat de polderlopers kennis maakten met een debutant. Michiel Kruit, collega reisleider van Vellinga, was zojuist teruggekeerd van een drieweekse hike door Alaska. Hij had daar ‘ongerepte’ natuur gezien en was nu wel eens benieuwd naar een wandeling door de ‘gerepte’ natuur in Flevoland.
Naast Kruit dook ook het vrolijke gezicht van Jos Witsenburg weer eens op. Na twee eerdere, niet geheel blaarloze, poldertochten had Witsenburg zich ingeschreven voor deze tweedaagse monstertocht over bijna 60 kilometer.
“Zendingsdrang is het grootste probleem van het christendom en de islam,” betoogde polderplanner Vellinga vanachter zijn tripel in café De Rede in het gezellige centrum van Dronten. De andere borrelpraters knikten ernstig en instemmend. Polderplaatjesmaker Cantrijn merkte verbaasd op dat het gespreksonderwerp al vroeg “de diepte” in ging, iets wat doorgaans bij de meeste poldertochten pas gebeurt nadat het krat bier voor meer dan de helft leeg is. Dat zendingsdrang ook Vellinga niet vreemd is bleek wel tijdens de lentetocht van 2024 vanuit Elburg.
De lentetocht van 2013 gaat om verschillende redenen als ‘historisch’ en ’trendbrekend’ de boeken in. Zo was daar allereerst de afzegging van polderplanner Vellinga vanwege een hardnekkige voetblessure. Gelukkig bleek hij bereid om onderweg de nodige hand- en spandiensten te verrichten én als poldertaxi te fungeren.
Een wandeling met hindernissen en een eclips van niks
De verwachtingen waren hooggespannen bij de polderlopers. Op vrijdagmorgen 20 maart togen zij in alle vroegte naar het Observatorium Robert Morris om daar getuige te zijn van ‘de eclips’. Ongeveer 85% van het zonlicht zou de maan niet voorbij komen. In 1999 waren polderlopers al eerder getuige van dit fenomeen. Polderloper Metz was met vrouw Karin en zoon Teun (toen nog in de luiers) naar het Observatorium getrokken om de eclips te bewonderen. Getooid met eclipsbrilletjes lagen ze op hun rug naar de verduisterde zon te kijken en zo stonden ze ook op de foto in de Flevopost. Niet aldus deze keer. De hype van de vorige keer maakte dat polderlopers geen eclipsbrilletjes meer konden bemachtigen. Dan maar behelpen met een CD’tje uit de auto van polderloper Vellinga. Maar het was niet nodig want het was een eclips van niks. Zelfs in het Observatorium stelde het niets voor. Ook de Flevopost vertoonde zich niet.
Nog niet eerder was Nijkerk het vertrekpunt van een poldertocht. Dat is ook niet zo vreemd wanneer je bedenkt dat de afstand tussen deze voormalige Zuiderzeestad en het Observatorium een slordige zestig kilometer bedraagt. Vandaar dat de polderlopers voor deze tocht hadden gekozen voor een meerdaags arrangement.
Polderparaplu onontbeerlijk tijdens polder-papadag
Vijf polderpapa’s stonden in Bant klaar voor het polderlopers-vaderdag-arrangement. Het programma had de papa’s ‘een soort kroegentocht’ in het vooruitzicht gesteld. Die tocht begon direct in Bant, waar het plaatselijke café op zondagmiddag reeds om 13 uur geopend was. In het gezelschap van Co Stompé, de dart-kampioen uit Lelystad, dronken de polderpapa’s hun eerste polderpilsje.