Je hebt van die polderlopers die zich onsterfbaar hebben gemaakt in de verhalen die rondom het kampvuur worden verteld. De polderpyromaan Rijff is daar bijvoorbeeld een goed voorbeeld van met zijn metershoogte vreugdevuur van pallets. Pollmann heeft met zijn Kirby-demonstratie in de Willem Barendsz geschiedenis geschreven maar ook Mark van Onna heeft zijn sporen reeds lang geleden verdiend.
Tijdens de wintertocht van 1997 lieten de polderlopers deze vriendelijke tennissende wandelaar uitgeput achter in een bushokje aan de N302 even ten zuiden van Lelystad. Hij maakte het zich zelf gemakkelijk en spreidde een slaapzak uit op de ijskoude stoeptegels. De polderlopers trokken verder de nacht in. Natuurlijk vroegen zij zich af hoe het hun kameraad zou vergaan in deze koude ochtend. 'Hij zal zich nog wel even lekker omdraaien,' en 'De eerste bus zal hem wel wekken,' waren de meest gehoorde veronderstellingen. 'We zullen het tijdens de volgende tocht wel van hem horen, als-ie dan nog mee wil.'
Daar is de koffie
Groot was hun verbazing en dankbaarheid dan ook toen dezelfde Van Onna vele uren later in de vroege ochtendstond uit de bus stapte ter hoogte van de Elandweg, precies op het moment dat de polderlopers daar aan hun laatste kilometer zouden gaan beginnen. Van Onna was niet alleen. Voorzichtig staptehij uit met een kartonnen gebaksdoos met daarin voor iedere polderloper een bekertje koffie. En, om de koffie een beetje warm te houden: dubbele bekertjes mét dekseltje. Op deze manier werd Van Onna de koffieman-avant-la-lettre en goed voor eindeloze verhalen. Verhalen waarin de temperatuur daalde en de sterkte van de koffie steeg.
|