Statistieken zomer-tocht 2014

Nog nooit eerder werden de polderlopers bij de start van hun tocht uitgezwaaid door de burgemeester. Bij de zomertocht van 2014 bood Gerrit jan Gorter, burgemeester van Zeewolde, de wandelaars eerst een kop koffie aan op het gemeentehuis alvorens ze een goede 100ste poldertocht te wensen.

Aardzee
Ruim tien kilometer verder dook de burgervader opnieuw op. In het landschapskunstwerk Aardzee overhandigde hij het eerste exemplaar van de wandelgids ‘Wandelen naar het hart van Flevoland’ aan een zichtbaar ontroerde Andriesse. Deze geestelijk vader van de poldertochten had het zich behaagd van zijn poldertroon in Arnhem af te dalen naar een van de meest afgelegen plekken in Flevoland. ‘Ik weet niet wat ik moet zeggen’, was zijn veelzeggende reactie op dit eerbetoon. Maar Andriesse had nog een verrassing in petto. Voor het eerst sinds seizoenen konden de polderlopers hun gebit weer stuk bijten op de klassieke ‘overlevingskoeken’. ‘Ik was het Brio-bakboek met het recept kwijt en heb dus moeten improviseren’, was de uitleg van de chef. Je bent nu eenmaal uitvinder of niet.

Petje af
De feestelijke presentatie van de wandelgids werd uitstekend gefaciliteerd door het voltallige bestuur van de Z tot Z Tocht. Waar sommige polderlopers wel eens meewarig worden aangekeken wanneer ze over hun hobby vertellen, moet dit voor de deelnemers van de Z tot Z Tocht nog vaker gebeuren. In 24 uur meer dan 100 kilometer wandelen rondom Zeewolde is een prestatie waar zelfs de meest doorgewinterde polderlopers hun petje diep voor af nemen.
De 100ste poldertocht werd vanaf de Aardzee vervolgd richting restaurant Flantuas op Vliegveld Lelystad. Dit uitmuntende adresje hadden de polderlopers het seizoen ervoor ontdekt en ook deze keer overtrof de keuken de hooggespannen verwachtingen. Nieuwe polderlopers en –belangstellenden schoven aan zodat de stoet polderlopers weer een beetje langer werd.

Nieuw asfalt
Tussen het Vliegveld van Lelystad en het einddoel, het Observatorium Robert Morris, had polderplanner Vellinga weer een flink aantal kilometers ‘nieuw asfalt’ weten te vinden. De vraag die de polderlopers zich tijdens de 100ste tocht dan ook meermalen stelden (‘Moeten we niet eens naar een andere plek wandelen?’) werd op deze wijze afdoende beantwoord. Er is nog zoveel te ontdekken rondom het Observatorium dat een koerswijziging voorlopig niet voor de hand ligt.
Polderloper Metz verheugde zich bij aankomst in het Observatorium dan ook al weer op de volgende poldertocht. ‘We zijn nog nooit in Muiderberg gestart en ik heb in een leuk wandelgidsje een aantrekkelijke route gezien!’