Statistieken herfst 2018
“Het is hier ook Metz voor en Metz na”, stelde polderloper Vellinga vast tijdens de herfsttocht van 2018. Samen met een selecte groep liefhebbers nam hij deel aan de zevende etappe van de Tour de Polder. Polderpionier Metz knikte tevreden. De tocht voerde over Ameland: het eiland van zijn voorvaderen. Naast een vishandel, rijwielhandel, bed & breakfast, hotel, restaurant en café annex discotheek bleek de naam Metz ook op het kerkhof rijk te zijn vertegenwoordigd.
De polderlopers kampeerden zelfs in de tuin van het huis waar reeds sinds 1672 afstammelingen van de familie Metz wonen.
Ze begonnen hun meerdaags herfstarrangement in café De Brouwerij waar een oomzeggertje van polderpionier Metz fris en fruitig achter de bar diverse biertjes tapte. Een volle nicht van diezelfde Metz deed in de ernaast gelegen discotheek dienst als uitsmijter, garderobe- en toiletjuffrouw. En om het helemaal af te maken was zoon Daan, een van de stamhouders van het geslacht Metz, ook van de partij.
Polder met zeezout
De poldertocht op Ameland bleek er eentje van uitersten te zijn. Door het eeuwenoude dorp Nes bereikten de polderlopers eerst de Burer Polder: een aaneenschakeling van kleine tot grote lappen weilanden aan de oostkant van het eiland. Geen koeien maar paarden graasden er en de hoge zeedijk beschermde deze laag gelegen stukken grond, de ‘mieden’, tegen de Waddenzee. De Zuidergrieweg en de Grote Miedenweg bleken lang gerekte klinkerwegen en vormden het hoogtepunt van deze polderproloog. De tocht werd bekroond met een boswandeling die de polderlopers uiteindelijk op het Noordzeestrand bracht.
Dubbele Chinees
Het herfstarrangement voorzag de polderlopers tweemaal in een uitstekende Chinees. Waar Hong Yun op Ameland duidelijk mee is gegaan in de tijd volhardt Golden City in Dronten dapper in een klassieke kaart met nummers tot ver in de honderd. Nummer 88 bleek in Dronten een exquise Fou Yong Hai met kip te zijn: een prima bodem om de polderfinale over de Elandweg af te leggen. In een gestaag miezerbuitje bereikte de uitgedunde polderequipe het natte observatorium. Daar wachtte hen gelukkig een verrassing. Poldersupplier Van Rhijn had dozen met droog hout klaargezet (onder een plastic zeiltje) en met de bijgeleverde aanmaakblokjes konden de verkleumde natte polderlopers zich nog een genoeglijk uurtje laven aan de warme gloed van het traditionele kampvuur. Dat de zon zich de volgende ochtend niet liet zien deerde de uitgeslapen polderlopers dan ook in het geheel niet.
|